Padvat

Van Ouma naar Zuma

16 augustus 2021
Auteur: Michiel van Dam
Foto: Michiel van Dam / Padvat

Delen:

Groot-Marico en de wereld van Herman Charles Bosman

Michiel van Dam is dol op boeken en op motorreizen. Zijn eerste Zuid-Afrikaanse motoravontuur was in 1988. Sindsdien heeft hij er veel motortochten gemaakt en stapels boeken verzameld. Nu combineert hij zijn twee voorliefdes in de artikelenserie PadVat, op de motor in het spoor van Zuid-Afrikaanse schrijvers en boeken over Zuid-Afrika.

Met ouma maak ik graag blokkiesraaisels. Dat is goed voor mijn Afrikaans en ondertussen vertelt zij me van haar jeugd op het platteland bij Groot-Marico. Ouma schildert een wereld ver verwijderd van de autowegen en shopping malls van Pretoria, waar zij bij haar dochter en schoonzoon woont.
Een fascinerende wereld, die ik graag ga ontdekken. Want Groot-Marico is ook verbonden met de schrijver Herman Charles Bosman, in Zuid-Afrika bekend als de beste schrijver van korte verhalen.

Bosman was leraar in Groot-Marico en kon dus zijn onderwerpen van dichtbij bestuderen. Zijn verhaal IJzerspruit gaat over een nieuwe leraar in het Marico-district, die zijn huisbezoeken niet alleen aflegt vanwege zijn functie bij het Transvaal Education Department, maar ook om uit eerste hand materiaal voor zijn verhalen te verzamelen.
Bosmans karakterschetsen van Afrikaners hebben nog niets van hun ironie en scherpheid verloren. Elk jaar in oktober komen er weer meer liefhebbers naar het Bosmanfestival, waaronder ik. Voor zo veel bezoekers ineens is Groot-Marico niet toegerust, het enige hotel is allang volgeboekt. Geen nood, via het lokale toeristenbureau word ik ingekwartierd bij Martha en André Theron.

’s Avonds maak ik op het festivalterrein bij de kerk kennis met Maricojanen en andere Bosmaniakken, rond het houtvuur waarop ons avondeten gaart. Rond de kampvuren van Zuid-Afrika ontstond eeuwen geleden de traditie van verhalen vertellen, waarop Bosman naadloos voortborduurde. Aansluitend is er boerenmuziek van ‘Piet en Ella’, die ook Europeanen onder ons onmiddellijk naar een lang vergeten tijdperk terugbrengen. Van toen pappa en mamma met elkaar dansten op volksliedjes en natuurlijk moet ik dan ook denken aan het Bosmanverhaal Willem Prinsloo se Perskebrandwyn:

    Die musiek in die voorhuis, wat verskaf is deur ’n paar mans met kitare en konsertina’s, was niet so hard soos die musiek in die kombuis, waar elke man sonder ’n orkes vir homself gesing het nie. Ons het aan hierdie tekens gesien dat die partijtjie ’n groot sukses was… ’n Mens kon sien dat Willem Prinsloo goeie perskebrandewyn maak. En die heeltyd het die dansers om ons getol en die orkes in die voorhuis het lewendige dansliedjes gespeel, en uit die kombuis het ’n groot gejuich opgekling.

Gelukkig is er niemand in de dam gevallen, zoals Bosman beschrijft, en de volgende dag staan alle bezoekers klaar voor de programmaonderdelen die, net als gisteren, op het kerkplein in Groot-Marico plaatsvinden. Eerst moerkoffie en roosterkoek van het vuur, dan zang en dans van enthousiaste jeugd uit Groot-Marico, maken er een gezellige middag van.

Daarna staat er yoga op het programma, bij River Still Guest House aan de Groot-Maricorivier. De setting is mooi, tijdloos zoals dat heet. Dit is nog ouma’s Zuid-Afrika, zonder hekken met elektriciteitsdraden, zonder alarmsystemen en zonder wifi. Wel met vogelzang, windgeruis in de bomen en een rivier waarin de laatste ghielemientjes zwemmen. Want het water van de Groot-Marico is nog niet bezoedeld, je kunt het zo drinken volgens Maricojanen. Het schoonste water van heel Zuid-Afrika.

Bosman zou die yoga wel vermakelijk hebben gevonden, maar ik ga het gebied ten noorden van Groot-Marico verkennen.
Buiten Bosman heeft het gebied nog een troefkaart: de mampoer, brandewijn die vaker wel dan niet illegaal werd gestookt en gesmokkeld, zoals het vee dat Bosmans karakters over de grens met Bechuanaland smokkelden, het huidige Botswana. Over die oude smokkelroute via Skuinsdrift rijd ik noordwaarts, in de hoop ouma’s boerderij te vinden. Tevergeefs, landhervormingen hebben Olywenkloof van de kaart gewist.

Ouma luistert naar kerkdiensten op de radio. Na het avondeten is er Sewende Laan op de televisie. Zij heeft de verhalen van H.C. Bosman niet gelezen. Ze zou de daarin beschreven wereld wel herkennen, maar het huidige Groot-Marico niet.
Ook Bosman zou zijn Marico niet herkennen.
In het verhaal When the Heart is Eager schrijft hij:

    Years later I went to settle north of the Dwarsberge. Everything had changed a great deal, however, from when I had lived there as a child. People had died or trekked away. Strangers had come and taken their places. Landmarks had become unrecognisable.

En over een terugkeer naar zijn geboortegrond bij Kaapstad schreef hij:

    A few years ago I revisited my birthplace. But there were no landmarks left that I recognised. Nobody there had heard of me, either.

Bosman beschreef in veel van zijn meer dan honderd verhalen het postkantoor op een boerderij, waar de mannen luisterden naar Oom Schalk Lourens terwijl zij wachtten op de regeringsvrachtwagen met post en lege melkbussen.

    Die ledige tye terwyl daar gewag is vir die goewermentslorrie met die pos en die lee roomkanne was natuurlik by uitstek storieverteltyd.

Helaas is het postkantoor van Jurie Steyn in Droëdal verdwenen tussen de termietenheuvels langs de weg. Ook het schooltje Heimweeburg in Nietverdiend waar Bosman lesgaf is door de tand des tijds afgeknaagd. Of door de termieten. Gelukkig heeft de H.C. Bosman Literary Society van Groot-Marico het schooltje natuurgetrouw nagebouwd op het kerkplein annex festivalterrein. Als ik terugkom leest een Maricojaan in dat gebouwtje gloedvol een Bosmanstorie voor. En daarna wordt het een gezellige afscheidsavond, met nog veel meer verhalen, zang, muziek, dans en hier en daar een glaasje mampoer.

    Only to the eye of the Transvaaler is the landscape not monotonous.

De volgende dag neemt André mij mee in zijn auto om me wegwijs te maken in het gebied ten zuiden van Groot-Marico. We rijden over onverharde binnenwegen door een omgeving die rechtstreeks uit een film, beter gezegd: uit een Bosmanverhaal lijkt te komen.
Dankzij de verhalen van Bosman, ouma en André komt Groot-Marico tot leven als in zo’n jeugdboek waaruit voorstellingen oprijzen als je de pagina’s omslaat.

Zo loopt er over het verlaten pad een zongebrande boer in versleten zwart pak. Hij is onderweg naar zijn boerderij om hulp te halen, want zijn kar is stuk. Bedoelt hij zijn auto of een ezelwagentje? André geeft hem een lift, dat scheelt weer uren lopen naar zijn boerderij, zijn navel van de wereld, achteraf bij nergens. Kaalvoet zoals ouma liep naar school en kerk en de karakters in Bosmans verhalen ook afstanden maten in tijd in plaats van afstand.

Als we terugrijden pakt de telefoon weer een signaal op. André’s dochter aan de selfoon:
‘Je bent toch niet mamma’s verjaardag vandaag vergeten?’
Om het goed te maken gaan we vanavond samen uit eten. Het enige restaurant in Groot-Marico is Wag ’n Biejtie en dat heeft in de huidige tijd dezelfde functie als het postkantoor in de Bosmanverhalen. In Wag ’n Bietjie vertelt Vernon Deglon over een glaasje mampoer graag zijn verhalen; buiten schoolmeester is hij ook stationschef, eigenaar van het mortuarium, expert in wapenvergunningen en Harley-Davidsonrijder.

Maar niet vandaag. Want na die festivaldagen is Wag ’n Bietjie dicht. Dan moeten we dus naar de volgende stad aan de N4.
Bosman beschreef Zeerust in zijn verhaal Nagmaalvure in Zeerust:

    Partykeer kry jy selfs kans om ’n draai by die kroeg te maak. Maar dan moet jy by die agterdeur, in die donker stegie langs   die lapwinkel, ingaan.
    Want Zeerust is ’n klein plekkie, en as mense jou tydens Nagmaal by die kroeg sien ingaan, sal hulle stellig praat. Ek kan nog onthou hoe verras ek was toen ek een oggend by die donker stegie langs die lapwinkel ingaan en die predikant daar kry, besig om sy mond af te vee. Die predikant het na my     gekyk en sy kop baie ernstig heen en weer geskud; ek het baie skuldig gevoel.
    Ek het geweet die predikant is ’n goeie mens, en dat hy heel oorweldig was deur die gedagte dat ’n lidmaat van sy kerk – tydens Nagmaal – die kroeg wou binnegaan om goedkoop Kaapse dop te drink. Dit was natuurlik hoekom sy knieë so wankelrig was. Trouens, as dit nie vir die muur was nie, sou hy     skaars kon regop staan.

Vanavond branden geen Nagmaalvuren in Zeerust en wankelt er geen predikant over straat.

Het liefste eet ouma hoen uit die bakoond, bereid op haar eigen manier, waarvoor ze haar receptenboek niet nodig heeft.
Ouma’s hoen doemt op in de vorm van gefrituurde Kentucky Fried Chicken. Aan het plastic tafeltje proosten we met plastic bekers op Martha’s gezondheid. André: ‘Het is zo vervelend dat, als je ouder wordt, je kortetermijngeheugen wordt aangetast. We moeten tegenwoordig ook zo veel onthouden. Waar zijn mijn sleutels, mijn portemonnee, mijn telefoon, de afstandsbediening voor het hek…’
Martha, koeltjes: ‘Wanneer is mijn echtgenote jarig’.

Voordat ik terugrijd naar Pretoria moet ik nog een bezoekje afleggen aan ex-president Zuma. Nou, aan zijn standbeeld dan. Nelson Mandela heeft zijn Capture Site langs de R103 in Howick, Kwazulu Natal. Kameraad Jacob Zuma kreeg zijn Zuma Arrest Site langs de N4 in Groot-Marico. Op de plek waar de voormalige president in 1963 werd gearresteerd, met 51 andere Umkhonto We Sizwe’ers op weg naar trainingskampen over de grens met Botswana, staat nu een monument.

De glimmende bal in het midden van het monument beeldt het hoofd van Jacob Zuma uit. Borden er omheen beschrijven de omstandigheden rond Zuma’s arrestatie aan wat nu de Liberation Heritage Route of Bokone Bophirima heet.
Maricojanen, arm en rijk, hadden liever gezien dat het geld daarvoor was besteed aan waterleiding en riolering voor het township. Het project, deel van de plannen van de Provinciale Regering om werkgelegenheid, toerisme en economische groei in het gebied te bevorderen, ligt er verlaten bij. De termieten doen hun werk.

Ouma zou haar hoofd schudden als ze ervan hoorde. Bosman zou er een twinkeling van in de ogen krijgen en zijn inktpot openschroeven. Ik rijd terug naar Pretoria over een gedeelte van de N4 dat Mafeking Road heet. Dat was ook de titel van Bosmans eerste verhalenbundel, in 1947 voor het eerst gepubliceerd en tot op heden herdrukt.


Op Pad met Bosman

Herman Charles Bosman (1905-1951) werd in een Afrikaans-sprekend gezin geboren in Kuilsrivier, in de buurt van Kaapstad. Zijn ouders verhuisden naar Johannesburg, waar Bosman een Engelstalige schoolopleiding kreeg. Hij blonk uit in talen en literatuur, en schreef artikelen voor schoolkranten en de Sunday Times.
Na zijn studie kreeg Bosman in 1926 een aanstelling als leraar in het district Marico, waar hij inspiratie opdeed voor zijn Oom Schalk Lourens-verhalen. 
Daar had hij amper zes maanden tijd voor, want op verlof terug in Johannesburg schoot hij zijn zwager dood. De doodstraf werd omgezet in tien jaar dwangarbeid en na een paar jaar kwam Bosman vrij. In de gevangenis schreef hij de eerste Oom Schalk Lourens-verhalen die hem beroemd zouden maken.

Vanwege zijn scholing en de jaren die hij in Engeland doorbracht (1934-1940) schreef Bosman zijn verhalen over Afrikaners aanvankelijk in het Engels. Dankzij zijn huwelijk met de Afrikaanse lerares Helena Stegmann kwam zijn Afrikaans weer boven borrelen. Vanaf 1948 tot zijn dood in 1951 wierp hij zich op het schrijven en herschrijven van zijn verhalen in zijn moerstaal.



Santa van Bart

Elk zichzelf respecterend Zuid-Afrikaans provinciestadje heeft minstens één Santa van Bart. Een lokale duizendpoot die zich op allerlei terreinen nuttig maakt. Santa organiseert optredens en inzamelingen voor de kinderen van het lokale township. Ze runt het Groot-Marico Information Centre, annex theehuis, souvenirwinkel, kunstgalerij, bibliotheek en tweedehandsboekenwinkeltje.

En Santa organiseert samen met anderen het jaarlijkse Bosmanfestival, ter ere van de schrijver Herman Charles Bosman die in Groot-Marico leraar was en inspiratie opdeed voor de verhalen waarmee hij in Zuid-Afrika beroemd werd. Dat doet zij samen met haar man Egbert en andere leden van de Herman Charles Bosman Literary Society, die in 1993 door Bosmanliefhebbers in Groot-Marico werd opgericht.
Santa en Egbert beantwoorden samen de vragen die ik hun stel.

Wat is de betekenis van Herman Charles Bosman in de 21ste eeuw?
‘Leerlingen op Zuid-Afrikaanse scholen in Zuid-Afrika maken tegenwoordig geen kennis meer met de verhalen van Bosman, zoals voorgaande generaties. Bosman was zijn tijd vooruit. Zijn verhalen zijn ook vandaag de dag nog relevant als een accuraat commentaar en een reflectie op onze huidige situatie wat politiek, economie en menselijke pathos betreft. De humor en gevoeligheid in zijn verhalen hebben we tegenwoordig hard nodig.’

‘Onze Herman Charles Bosman Literary Society omvat meer dan alleen de verhalen van Bosman. Het Bosman Living Museum in en rond het nagebouwde schooltje is een centrum voor culturele activiteiten voor bezoekers en alle inwoners van Groot-Marico. Het hele jaar door organiseren we er activiteiten voor de jeugd, voordrachten van poëzie en verhalen en dans- en muziekles.’

Ook in Europa staan leraren voor de moeilijke keuze hoe ze onderwerpen kunnen presenteren. In Europa liggen Mohammed-cartoons gevoelig, in Zuid-Afrika het K-woord, zoals dat in de Bosmanverhalen als de Kaffertamboer opduikt.
Hoe zien jullie de linguïstiek en culturele banden tussen Nederland en Zuid-Afrika?

‘In zijn essay Dietse Cultuur schrijft Bosman op treffende wijze:
“De gelijkenis tussen Afrikaans en de talen van de Lage Landen is toevallig en betekenisloos… De politicus of zakenman kan denken dat hij wat van die toevalligheden kan gebruiken. Maar de dichter moet weten dat de geest van het Afrikaans meer verschilt van Nederlands dan Chinees… Afrikaans is geen Neder-Germaanse taal. De naam zegt al dat Afrikaans een Afrikaanse taal is.”’


Bosman beschrijft met een mengeling van ironie en mededogen het leven en de mentaliteit van de Afrikaners in de streek van Groot-Marico. Hij moraliseert niet en hij betuttelt niet, maar hij houdt zijn lezers een spiegel voor: geen mens is perfect.
In tegenstelling tot Alan Paton, Nadine Gordimer en Doris Lessing koos Bosman er bewust voor om voor een Zuid-Afrikaans publiek te schrijven, in plaats van internationaal roem te vergaren.
Bosman paste zijn teksten aan. Hij voegde uitleg toe over Afrikaanse gewoontes en begrippen voor zijn Engelstalige lezers en ontzag zijn Afrikaanstalige lezers met details over de Boerenoorlog die toen nog nasidderde. Maar het thema racisme wreef hij juist graag extra diep in.

Bosman zet zijn lezers op vakkundige wijze steeds op het verkeerde been, door de nadruk in zijn verhalen steeds op iets anders te leggen dan op de hoofdzaak. Zijn verhalen zijn nooit vilein, terwijl in de tijd waarin hij ze schreef, net als nu, polarisatie de norm was.

Uitgeverij Suiderkruis bundelt sinds 2017 Bosmanverhalen in Afrikaanse vertaling. Schrijver André Brink daarover: ‘Ek is baie bly dat Bosman uiteindelik ‘tuiskom’ in Afrikaans – dit moes lankal gebeur het.’

Dit artikel is mede tot stand gekomen middels een werkbeurs schrijvende journalistiek van Matchingfonds De Coöperatie.

Meer nieuws

12 november 2024, Actueel
De nieuwe ‘Art of the Kalahari Kalender 2025’
Jaarlijks wordt de ‘Art of de Kalahari’ kalender uitgegeven. Dit is een kalender die gemaakt wordt door artiesten van het Kuru Art project in D’kar, Botswana. Het project geeft de mogelijkheid voor artiesten om uiting te geven aan hun cultuur en traditie. Bij de aankoop van de kalender, steunt u deze artiesten. Dit jaar wordt […]
7 november 2024, Journalist in het Huis
Joernalis in die Huis: Raymond Willemse
Sinds 2016 verblijven er journalisten van het Zuid-Afrikaanse Media24 op de Keizersgracht. Tijdens hun verblijf van twee maanden doen de journalisten buitenland-ervaring op en schrijven zij over Nederland en Europa voor hun eigen media in Zuid-Afrika. In november en december 2024 verblijft Raymond Willemse in het appartement boven het Zuid-Afrikahuis! Op 2 december geeft hij een lezing. Raymond Willemse […]
5 november 2024, Uit het Huis
Berichten uit het Huis
Jongeren Project 2024 Afgelopen juli en augustus was het weer zover: het Jongeren Project (JP) toog met studenten uit België en Nederland naar Zuid-Afrika en Namibië. Het JP werd in 1975 opgericht en vrijwel elk jaar (tijdens de Covid-crisis uiteraard niet) bezochten en bezoeken Nederlandse en Belgische jongeren Zuidelijk Afrika en in het jaar daarop […]

Bezoekadres

Keizersgracht 141-C
1015 CK Amsterdam
+31(0)20-6249318

Openingstijden

Vragen en afspraken

Neem contact op

Volg ons